Hoe KSV Sottegem de wetten van het provinciale voetbal herschrijft

ODE AAN EGMONT

Een eeuwfeest vieren als voetbalclub: het wordt steeds zeldzamer. Maar bij het geelblauwe stamnummer 225 eerden ze in april jl. 100 jaren vol vreugde én verdriet. En al behaalde KSV Sottegem nooit de hoogste divisie van ons voetballand: menig andere club kan nog wat leren van deze fiere provincialer die prat gaat op authenticiteit, duurzaamheid en spelvreugde. Al was het ooit anders, daar in de Vlaamse Ardennen, waar de club zich even ‘het Anderlecht van de regio’ waande. Wijsheid komt gelukkig met de jaren.

MICROBIOTOOP

Zottegem, het is een plek als geen ander in Vlaanderen. Verstopt in de heuvels van de Vlaamse Ardennen vormt deze forenzenstad met circa 26.000 inwoners een soort microbiotoop met een geheel eigen, uitgesproken karakter, historische tradities en een uniek dialect. Vanaf de E40 moet ik nog 20 minuten autostradeloos bollen tot aan de thuishaven van KSV Sottegem; een eeuwigheid in ons volgebouwde land. Het terrein wordt glooiender, de banen kronkeliger, de straat- en dorpsnamen Bijbelser. Ik zie de Duivelsvoetstap op mijn GPS verschijnen en bereik via het welluidende Godveerdegem het plateau van Erwetegem dat uitkijkt op het centrum van Zottegem. Mijn bestemming rij ik in eerste instantie pardoes voorbij. Alles komt echter goed: tussen twee huizen in de Kloosterstraat vind ik een smal paadje naar de terreinen van de leider in 2 Provinciale. 

Ruim anderhalf uur voor de wedstrijd heb ik afgesproken met een belangrijk man in de clubgeschiedenis van KSV Sottegem. Voorzitter Didier De Baere is geboren en getogen Zottegemnaar, maar leeft tegenwoordig aan de Kust. Dat weerhoudt hem niet om wekelijks meerdere keren af te zakken naar zijn voetballiefde die hij met grote passie al sinds een decennium bestuurt als voorzitter. Soms tot frustratie van zijn dierbaren, zo vertrouwt hij me toe, maar zijn geelblauwe hart kan Didier moeilijk negeren. Al zijn die laatste tien jaren geen lachertje geweest voor De Baere en alle andere KSV-adepten. Het heeft heel wat moeite gekost om deze traditieclub in leven te houden. 

Van de 100 seizoenen in hun bestaan werkten de Zottegemnaars er 48 af in de nationale reeksen. In 2010 ging het echter grondig mis. Na twee knappe seizoenen in Derde Klasse, waarin het overtuigend eindigde in de linkerkolom, vocht Sottegem (de oude stadsnaam - gewijzigd in 1949 - werd behouden door de voetbalclub) plots tegen de degradatie. Het leek die strijd aanvankelijk ook te gaan winnen, tot de voetbalbond kafkaiaans en geheel à la belge bijzonder vreemde toeren begon uit te halen. Kort samengevat dacht Sottegem gered te zijn, tot Willebroek-Meerhof - in ieder scenario al veroordeeld tot degradatie, en bovendien in faling - plots besloot om beroep aan te tekenen tegen een eerdere puntenaftrek vanwege het opstellen van de niet-speelgerechtigde Burkinese international Amadou Touré. Niet alleen besliste het Beroepscomité van de KBVB om totaal onbegrijpelijke redenen dat appel in te willigen: ze deed er ook verschillende weken over, in een nochtans niet zo moeilijke materie. En zo werden de Zottegemse spelers, wiens reddingsmissie aanvankelijk geslaagd leek, na enkele weken bruusk gewekt uit hun zomerslaap. De compleet onvoorziene eindrondematch tegen Hoei werd verloren; KSV Sottegem degradeerde naar Vierde Klasse. 

BAND MET DE STAD 

“De degradatie betekende een commerciële mokerslag voor de club”, zo herinnert De Baere zich. “In Derde Klasse speelden we enkele mooie streekderby’s tegen onder meer Deinze, Sint-Niklaas, Hamme, Aalst en Oudenaarde (waarbij de laatste twee tegenstanders steeds garant stonden voor superrecettes). Ook tegenstanders als Racing Mechelen en Rupel-Boom spraken tot de verbeelding van de mensen. Door de degradatie kwamen we in een minder aantrekkelijke reeks terecht en haakten heel wat sponsors en supporters af.” Wat volgde waren enkele miserabele seizoenen. In 2011-2012 haalde de club slechts 14 punten met een veredeld juniorenelftal in Bevordering. Een faillissementsprocedure werd gestart, die uiteindelijk in 2015 zou worden besloten met een deficit van 670.000 euro. De oude vzw werd al in 2012 vereffend, maar het stamnummer 225 bleef in leven. De sanctie voor de geelblauwen was echter zwaar: degradatie naar 3Provinciale, waar met een aftrek van maar liefst negen punten moest gestart worden. 

Het is in deze woelige periode dat huidig voorzitter De Baere het voortouw neemt. Nadat het bestuur grotendeels het zinkende schip had verlaten, werd hij door de overblijvers gevraagd om als crisismanager op te treden. Sindsdien vaart de club een totaal andere koers. “Sottegem heeft, net als vele andere clubs, geen gezond financieel beleid gevoerd in het verleden. Onder andere veel te dure spelerslonen, vaak ook nog voor spelers zonder enige binding met de club of de regio. Ook de sponsoring was niet evenwichtig: het hebben van één grote sponsor kan dan wel leuk zijn op korte termijn, maar als die sponsor dan wegvalt ontstaan er financiële putten die men niet meer kan dichten. Het is al van vele clubs het lot gebleken…”

Voorzitter De Baere bekijkt ondertussen hoe de spelers aan het opwarmen zijn geslagen. Hij is fier: “Négen spelers van de vijftien spelers op het wedstrijdblad zijn opgeleid bij de jeugd van KSV Sottegem! Dat zie je niet vaak meer, zelfs niet in de provinciale reeksen. Ook de trainers, zowel bij het eerste elftal als bij de jeugd, hebben allemaal een verleden bij KSV. Voor ons is dat belangrijk: spelers en staf die een band hebben met de stad brengen hun familie mee en op die manier ontstaan er nieuwe generaties Sottegemfans- en medewerkers van jong en oud. Om eerlijk te zijn: het is voor mij vaak makkelijk onderhandelen met de spelers. Ze zijn verknocht aan deze club en regio, en willen nergens anders spelen. Destijds liepen hier een aantal West-Vlaamse en Brabantse jongens rond. Die presteerden dan misschien wel op sportief gebied, maar brachten verder geen enkele return.” De voorzitter begint de inmiddels al flink aangedikte meute supporters voor ons te analyseren. Sommigen speelde hier zélf, bij het eerste elftal of in de jeugd; anderen hebben roots die verder teruggaan - tot de tijd toen grootvader hier in de gouden periode nog speelde, supporterde of voorzitter was. Een lid van de supportersvereniging Egmont Army komt ons begroeten. Of hij ook nog andere clubs in ons land volgt? “Nee, dat kan toch niet? Voor mij kan je enkel fan zijn van de club van je eigen stad…”

TERUG THUIS

Bijna vier jaar geleden verhuisde Sottegem naar de Kloosterstraat in Erwetegem. Voordien speelde het 50 jaar lang in het Jules Matthijsstadion, iets dichter bij het eigen stadscentrum. Dat bouwwerk, met een capaciteit van 7.000  toeschouwers, werd destijds noodzakelijk geacht vanwege de promotie van de club naar Tweede Nationale, in 1969. Maar in de loop der jaren bleek het stadion toch meer een vloek dan een zegen. De Baere: “het Jules Matthijsstadion werd gebouwd in Duitse stijl, met een atletiekpiste errond. Het had wel iets nostalgisch uiteraard met een impressionante Elascon-tribune, maar omdat de supporters zo ver van het veld zaten ontbrak het toch wat aan atmosfeer. Bovendien waren de kantine en kleedkamers tot op de draad versleten. De spelers wilden absoluut, nog voor de voorziene deadline van ons eeuwfeest, verhuizen naar de huidige locatie. Intussen is de thuishaven hier in Erwetegem voor ons zoveel méér geworden dan gewoon een voetbalterrein… Onze kantine, bijvoorbeeld, is 7 op 7 geopend en doet dienst als stamcafé voor vele inwoners van Zottegem. Bovendien, niet onbelangrijk, is het gehele complex eigendom van de club. Af en toe krijgen we wel eens commentaar op de wat rurale sfeer die hier heerst. Dat was afgelopen seizoen het geval bij een wedstrijd van onze succesvolle damesploeg, in 2, tegen Anderlecht B - toen klaagden de bezoekers over het moeten spelen naast een mesthoop. Daar trekken we ons natuurlijk niks van aan.”

Eigenlijk is het een beetje thuiskomen geweest voor Sottegem, want op deze plek kende de club haar grootste succesperiode in de jaren 60 van de vorige eeuw. Trouwe supporter Willy schuift mee aan tafel. De kranige man is inmiddels 87 jaar oud, maar verplaatst zich wekelijks (thuis en uit!) voor de wedstrijden van zijn club. Zijn favoriete speler? ‘Berke’ Van Herzeele, de geblokte vedette van de club in derde klasse tijdens de sixties. Zijn favoriete moment? De verplaatsing per trein naar Staaien. 

3.000 Zottegemnaars pakten op 10 april 1971 de trein naar Limburg om hun club naar de finale van de Beker van België te schreeuwen. “Al in Denderleeuw was het bier in de wagons op en moest er worden bijgetankt! Uiteindelijk verloren we na een onterecht toegekende strafschop. Het was duidelijk dat STVV die dag moest winnen…” Maar bijna was er zelfs niet gespeeld, die dag. Spelers en bestuur hadden een dispuut over de hoogte van de winstpremies. De aftrap werd uitgesteld, en pas na drie rappels van de scheidsrechter besloten de spelers alsnog het veld te betreden om - pun very much intended - hun vel duur te verkopen. Toch bleef de hele kwestie in de volgende voetbaljaargang nog nasmeulen: de protagonisten van de rebellie werden door het bestuur op non-actief geplaatst en vervangen door junioren. Uiteindelijk degradeerde Sottegem dat seizoen terug naar derde klasse.

Het was een ietwat treurig einde van de gouden periode van KSV Sottegem, dat niet alleen voor het eerst (en voorlopig laatst) de tweede klasse had bereikt, maar bovendien ook twee seizoenen op rij had weten te stunten in de Beker van België. In 1971 werd dus de halve finale bereikt, na zeges tegen THOR Waterschei en - vooral - op het veld van La Gantoise (pas één seizoen later vervlaamst tot AA Gent), de naburige rivaal die enkele jaren tevoren nog Europees had gespeeld. En, opvallend: ook een jaar eerder hadden de geelblauwen de Gentenaars uit de cup geknikkerd, dankzij een 2-4 zege toen. In de daaropvolgende zestiende finales kwam de kersverse tweedeklasser 1-2 voor op het veld van Anderlecht, tot Jan Mulder zijn duivels ontbond en paarswit met een hattrick de zege schonk. 

UR-BA-IN

Het moge duidelijk zijn dat Sottegem kon beschikken over een zeer degelijk team in die tijd. Naast de lokale helden, vaak jarenlang verbonden aan de club, werden ook spelers met naam en faam overtuigd om naar de feeërieke heuvels van de Vlaamse Ardennen te komen. Doelman Wim Coremans (landskampioen bij Antwerp), en verdedigers als Charles Saeys (clublegende bij Daring Brussel en Rode Duivel) en Philippe Van Wilder (ex-Union en -Anderlecht) bijvoorbeeld; maar zelfs internationale kleppers als de Joegoslavische spits Zlatko Dračić (vijf jaar eerder nog topschutter in zijn vaderland) en de Braziliaan Geo Carvalho, begin jaren 60 vaste waarde bij Sporting Lissabon waarmee hij de Portugese landstitel en de Europacup II won. 

Toch blijft de club, en de voetbalstad in het algemeen, vooral verbonden aan één man in het bijzonder: de vorig jaar op 87-jarige leeftijd overleden Urbain Braems. Braems, geboren in Zottegem en getogen in deelgemeente Strijpen, sloot zich al op jonge leeftijd aan bij de club. Hij toonde zich meteen een kwieke en technische aanvaller, met een opvallend goed kopspel. Urbain debuteerde al op zijn zestiende in het eerste elftal van KSV Sottegem, toen nog gewoon een vrij modale tweedeprovincialer. Vijf jaar later trok Braems van eerste provinciale naar eerste klasse, als vervanger van de legendarische Rik De Saedeleer bij Racing Mechelen. 

Sottegem mocht dan wel in één klap zijn grootste talent zijn kwijtgeraakt, het zou hen allerminst windeieren leggen. Racing legde voor Braems immers de kloeke som van 1 miljoen franken op tafel. Die smak geld werd handig gebruikt voor de verdere versterking van het team dat vervolgens twee jaar later al, in 1957, voor het eerst zou promoveren naar de nationale reeksen. En Urbain? Die vertrok bij Racing al na één jaar, naar het terug opkomende Club Brugge van Fernand Goyvaerts, dat toen nog uitkwam in de Tweede Klasse. Zijn meest succesvolle periode als voetballer beleefde Braems uiteindelijk bij Daring Club Molenbeek, tussen ’57 en ’60, waarmee hij aantrad in Europa. Een dubbele confrontatie met Feyenoord bracht hem tot in de hemel én de hel: hij scoorde het enige doelpunt in de heenmatch, maar blesseerde zich ook zwaar in de terugwedstrijd, na een tackle van Gerard Kerkum - later nog voorzitter van de Rotterdammers.

Die Kerkum was er de oorzaak van dat Urbain de schoenen aan de haak moest hangen op amper 29-jarige leeftijd. Maar in 1962 stond Braems terug in de Zottegemse Kloosterstraat; niet als aanvaller dit keer, wel als coach. Hij combineerde die functie met een job als onderwijzer in de stad; een rol die hij tot diep in zijn succesvolle trainersloopbaan met zijn voetbalbestaan zou combineren. Urbain bleef uiteindelijk vijf seizoenen trainer in zijn geboortestad, loodste de ploeg naar de hoogste regionen van het klassement in derde klasse, en werd uiteindelijk één van de beste Belgische coaches uit de geschiedenis die geen enkele keer in zijn loopbaan zou worden ontslagen - ook niet in Griekenland(!), waar hij zelfs cultheld werd bij Panionios. Braems werd niet alleen ereburger van Zottegem, maar ook van het Turkse Trabzon, waar hij de Turkse beker had gewonnen. En hij pakte Belgische landstitels en bekers met Anderlecht én Beveren. “Urbain is en blijft een icoon hier in Zottegem”, zo weet ook voorzitter De Baere. “Voor zijn gezondheid achteruit ging, kwam hij hier regelmatig een wedstrijd meepikken; zeker toen zijn kleinzoon Daan Blomme (nu actief bij het nabijgelegen Breivelde, nvdr) hier doorbrak in het eerste elftal. Dochter Cynthia zien we ook nog af en toe. Zij is al jaren gemeenteraadslid in de stad.”

IN PROVINCIAL IS HET CARNAVAL

“They say our days are numbered, we’re not famous anymore. But SV runs this city like it has always done before!” Liverpoolsongs worden eigen gemaakt en luidkeels nagebruld vanop de staantribune door de Egmont Army; een ensemble van jong en oud dat uit en thuis het legioen uitmaakt van KSV Sottegem. Zelfs de Schepen van Sport, die wekelijks zijn neutraliteit voor twee uurtjes opzij schuift om zijn geliefde SV aan het werk te zien, neemt af en toe het voortouw om een lied aan te vatten. De sfeer is uitgelaten maar steeds beleefd en, op zijn Zottegems, vaak gevat. “Niet beginnen ‘Zeveren’ hé!”, roept een fan naar de trainer van de tegenstander die erin zal slagen om al in het eerste kwartier van de wedstrijd - bij 0-0, en zonder de minste aanleiding - twee keer geel te krijgen wegens aanhoudend gemekker tegen de scheidsrechter. Zijn team, Zeveren Sportief (een deelgemeente van Deinze), speelt nochtans een prima eerste helft en komt verdiend op voorsprong. De leiderspositie van Sottegem, al maanden op nummer één, komt in het gedrang; maar de Egmont Army verliest het gevoel voor humor niet. Wanneer de schemering begint te vallen over de prachtige vallei die zich uitstrekt achter doel, en de tractor om de akker te ploegen door ‘buurman boer’ op stal wordt gezet, wordt de landbouwer in kwestie op ludieke wijze vanuit de spionkop verzocht om zich een ticketje aan te schaffen. Passie en humor gaan wel degelijk samen, ook zonder agressieve kantjes, zo bewijzen de mannen van Sottegem wekelijks. Graaf Lamoraal van Egmont, wiens hoofd ooit op het kapblok kwam op de Brusselse markt door toedoen van de listige Spaanse koning Filips II en zijn bloeddorstige landvoogd Alva (de graaf zijn gehavende nekwervel en hart zijn nog steeds te bewonderen in een crypte van het Zottegemse stadhuis!), zou ongetwijfeld vereerd zijn geweest met deze ode aan zijn heldhaftigheid. Vlak voor de pauze worden de gezangen van de Zottegemnaars beloond: de thuisploeg krijgt een strafschop die vakkundig wordt omgezet. De enthousiaste stadionomroeper laat de naam van de doelpuntenmaker door de heuvels galmen. We rusten bij 1-1. 

Uw dienaar volgt al enkele jaren de voetbalsport in Zottegem en bleef zich al die tijd wekelijks verbazen over de onvolprezen facebookpagina KSV Sottegem–Fanpage van beheerder Steven Verlinden. Foto’s van en berichten over de vaak honderden fans op verplaatsing, uitverkochte busreizen, meer dan 1.000 footlunches verkocht, mensen die rijen dik in de Kloosterstraat een stel lokale helden staan aan te moedigen… het is ongezien in 2 Provinciale, en zelfs ver daarbuiten. De Baere: “Zottegemfans zijn ambitieus, vaak kritisch, en ze laten zich zeker horen wanneer het niet goed gaat; maar ze zijn ook enorm loyaal. Die loyaliteit is in de afgelopen jaren, door alle tegenslagen die we hebben moeten verwerken, enkel nog versterkt. Mensen voelen zich opnieuw verbonden met de club. We hebben nog steeds sportieve ambitie, maar we beseffen ook dat we met de beide voeten op de grond moeten blijven. Wie te snel wil promoveren, komt vroeg of laat in de problemen. Dat is een les die we geleerd hebben uit het verleden. We willen op korte termijn promoveren naar de hoogste provinciale reeks en op lange termijn misschien, als de omstandigheden dat toelaten, naar 3 of maximaal 2Amateur. Hoger ambiëren is voor Zottegem niet realistisch. We zijn een forenzenstad met veel lokale middenstanders, waarvan velen hun steentje bijdragen aan lokale sportclubs. Maar voor het grote kapitaal moet je in de grootsteden zijn, of in centrumsteden met nabije industrie of havens, zoals Beveren of Lokeren.” Wees gerust meneer de voorzitter, zelfs deze centrumsteden blijken soms een vogel voor de kat…

VLIEGENDE KEEPER

Een mogelijke verklaring voor de blijvende populariteit van deze volksclub is misschien wel het feit dat er simpelweg altijd iets te beleven valt. What doesn’t kill you, makes you stronger, weet u wel. Nog geen decennium na het afscheid van tweede klasse tuimelde de club bijvoorbeeld voor het eerst in bijna een kwarteeuw terug de provinciale reeksen in; ondanks het aantrekken van enkele gerenommeerde (en vaak ook dure) spelers als Club Bruggelegende Johny Thio enkele jaren tevoren. De tachtiger jaren brachten in het begin meer voorspoed naar het Matthijsstadion, dankzij enkele ontluikende talenten uit de jeugdwerking van Sottegem - zoals verdediger Nico Broeckaert, die later nog Rode Duivel zou worden en met Antwerp naar Wembley zou trekken. Maar tussen 1988 en 1994 zouden de Zottegemnaars opnieuw in de vergetelheid van de provinciale reeksen belanden (weliswaar met enkele toppers in wording uit de eigen jeugd in de rangen, zoals Koen De Vleeshauwer en Stefan Leleu); al belette dat de club niet om het anekdoteboek gestaag verder te vullen. 

In de lente van 1993 raasde er een schokgolf door de Vlaamse Ardennen toen Sottegem, dankzij de connecties van Urbain Braems, niemand minder dan Jean-Marie Pfaff aanstelde als nieuwe coach. De Baere herinnert zich die passage nog goed; en je zou voor minder… “Jean-Marie werd aangesteld om ons via de eindronde naar Bevordering te loodsen. Toen de spelers verzamelden op de parking om samen de bus naar Dendermonde te nemen, was er van de coach geen spoor. Telefonisch was hij ook niet te bereiken en dus besloten we om zonder hem te vertrekken. Een klein uur voor de match cirkelde er plots een helikopter boven het Ros Beiaardstadion. Pfaff landde vervolgens op de parking naast het veld en pikte doodleuk aan tijdens de opwarming!” De (ahum) ‘helicoptervisie’ van El Sympatico had helaas niet het gewenste effect. Dendermonde hield de zege thuis, Pfaff kreeg volgens sommige bronnen een kopstoot van een thuisspeler te verwerken na affluiten en eindigde zijn trainersloopbaan even abrupt als ze begonnen was (al stuntte hij in 1998 opnieuw op het hoogste niveau bij KV Oostende). Sottegem werd uiteindelijk een jaar later, met ex-Rode Duivel Danny Veyt in de spits als speler-trainer, kampioen en keerde zo alsnog terug naar het nationale voetbal. 

Geen Rode Duivels of vliegende keepers meer vandaag in 2Provinciale, maar wel de wil om te winnen. Dat moet ook, want ieder puntenverlies kan dodelijk zijn in deze razend spannende competitie. Ene Klaas Janssens, een woelwater op de flank, wordt constant aangespeeld en slaagt er keer op keer in om zijn rechtstreekse tegenstanders uit te schakelen; maar het geluk zit niet mee, en Zeveren blijft zich smijten voor elke poging op doel. Redelijk bevreemdend allemaal, aangezien ze enkele weken later forfait zullen geven voor de eindronde omdat ze niet willen promoveren (flauw!). Zelfs op de zittribune aan de overkant, tot de nok gevuld met de wijze ouderlingen van de stad, wordt nu af en toe rechtgesprongen om de jonge snaken aan te moedigen, met gevaar voor botten en gewrichten, maar zalvend voor de jeugdigheid van geest. De gedroomde winnende treffer komt er echter niet. “Het zal op de laatste speeldag beslist worden”, hoor ik met niet al te geruste stemmen gezegd worden op weg naar de uitgang. 

EPILOOG

Een week later viert KSV Sottegem dubbel: het wordt dag-op-dag 100 jaar, en wint zonder al te veel moeite van laagvlieger Osta Meerbeke. Bijna is het feest compleet, wanneer de tweede in de stand lange tijd op achterstand staat bij Standaard Denderleeuw. KVC De Toekomst Borsbeke maakt echter de gelijkmaker in de allerlaatste minuut van de blessuretijd. Sottegem heeft een punt nodig op de naburige (doch bevriende) rivaal, de Zebra’s van Borsbeke, om de titel in de wacht te slepen. 

30 april 2022. Ongelooflijke taferelen in Borsbeke, deelgemeente van Herzele. Op een veld zonder tribunes die naam waardig komen meer dan 2.200 toeschouwers dé clash van het Oost-Vlaamse provinciale voetbal bekijken. 1.137 tickets worden verkocht in voorverkoop, bussen gevuld voor een verplaatsing van 8 kilometer, een geelblauwe mensenmassa met open armen ontvangen door de thuisploeg - die zelf ook het hele eigen dorp heeft gemobiliseerd. Propaganda voor het provinciale voetbal; en eigenlijk ook een dikke vette wake-up call aan de bonzen in Brussel die al decennialang deze beleving in de kiem lijken te willen smoren met hun constante reeksherverdelingen en introducties van professionele reserveteams. Slechts één club zal vandaag vieren, en dat wordt uiteindelijk niet Sottegem: Borsbeke wint verdiend met 3-1 en pakt, ultiem, de leidersplaats over. Perfecter kan een timing niet zijn, pijnlijker kan een nederlaag niet worden. 

Verslagenheid, tranen en frustraties moeten al snel wijken. KSV Sottegem krijgt een tweede kans, via de eindronde. Het verslaat zonder al te veel problemen in de eerste wedstrijd Burst, een club die ophoudt te bestaan en een zoveelste fusieverhaal gaat proberen te schrijven. Op zondag 15 mei 2022 krijgt KSV Sottegem eindelijk wat het verdient van de voetbalgoden. Onder een stralende zon en met alweer meer dan 1.000 toeschouwers langs de kant verslaat het stamnummer 225 reeksgenoot Standaard Denderleeuw met 2-1, ondanks een achterstand na amper twee minuten. “Bibberen tot het einde”, zo laat de voorzitter me weten. Het jubileumjaar wordt uiteindelijk ook het boerenjaar waar Sottegem naar snakte. Na de wedstrijd breekt een spontaan volksfeest los met knotsgekke taferelen om de promotie te vieren. 

En Egmont zag van bovenaf, nekpijn of niet, dat het goed was.